Reisverslag Aston villa – Ajax

Een avondje voetbal…

Er zijn zo van die dingen, die moét je eens in je leven hebben meegemaakt: ruim 200 kilometer per uur scheuren over de Deutsche Autobahn, een romantisch verwenweekend met z’n tweeën, parachutespringen uit een vliegtuig en gelopen hebben over de prachtige Ramblas in Barcelona. Maar hét ultieme genot voor een voetballiefhebber is natuurlijk het meemaken van een voetbalwedstrijd in één van de sfeervolle Engelse stadions. Tienduizenden hartstochtelijk meezingende en juichende supporters, die hun leven hebben gewijd aan hún club. Al een paar jaar zat die gedachte in mijn hoofd, maar om wat voor reden dan ook was het er nooit van gekomen. Toch wilde ik het ooit eens meemaken om de verhalen die je her en der hoort zelf te kunnen bevestigen of ontkrachten. Het sluimerde dus, maar écht concreet was het tot nu toe nooit geworden, zeker niet omdat ik, als Ajax-fan, de laatste jaren niet echt verwend ben geweest met lange Europese avonturen.

foto 1

Foto 1: Het logo van Aston Villa Football Club.

Na de eerste knock-out fase in de UEFA Cup, waar mijn cluppie op kinderlijk eenvoudige wijze afrekende met het onbekende FK Borac uit Servië, wachtte ik met spanning op de loting en het vaststellen van het programma van de groepsfase. Ajax kwam in één poule te zitten met H.S.V., MSK Zilina, Aston Villa en Slavia Praag, en uitgerekend de twee (op papier) zwaarste tegenstanders bleken uitwedstrijden. Maar daarin zat mijn kans! Uit tegen Aston Villa, oftewel Birmingham, oftewel United Kingdom, oftewel Engeland! Na de gemiste mogelijkheid om naar Servië te reizen, die wedstrijd was nog in mijn vakantie, moest en zou ik reizen naar Engeland. A dream come true, zoals ze daar plachten te zeggen. Na overleg met mijn eega, die het alleen maar jammer vond dat ze zelf niet mee kon maar mij veel plezier wenste, begon langzaam maar zeker de spanning op te lopen. Kon ik nog op tijd een kaart kopen via Ajax? Zou ik kans maken om bij Villa zelf een kaart te kopen? Kreeg ik überhaupt wel vrij van mijn werk? Die laatste vraag was gelukkig geen probleem, al had mijn chef nog niet eerder zo’n soort verzoek gekregen. Op de mails die ik stuurde naar de verschillende adressen op de website van Aston Villa, zit ik nog steeds op antwoord te wachten. Maar na dagenlange spanning kwam mijn droom uit: ik had een kaart voor het bezoekersvak via Ajax! Inmiddels was het zondag 19 oktober, dus vier dagen voor de wedstrijd. Tevoren had ik al via internet het één en ander aan vluchten en verblijfsaccommodaties bekeken, zodat die ook snel geboekt waren. Een tip mocht je het zelf ooit eens willen doen: vliegen vanaf Brussel via Amsterdam betekende een halve dag langer onderweg, maar de helft goedkoper. En dat terwijl ik met hetzelfde vluchtnummer vloog als de veel duurdere vlucht rechtstreek vanuit Amsterdam. Rare jongens, die vliegmaatschappijen…

foto 2

Foto 2: Het vliegveld van Birmingham.

Donderdag 23 oktober 2008 was het voor mij, als Ajax-fan, dan zover. ’s Morgens vroeg naar Zaventem, vliegen naar Amsterdam, daar maar liefst zes uur wachten en toen vliegen naar Birmingham. Bewolkt, 14 graden en een uur vroeger. Na hevige turbulentie veilig geland op het vliegveld en vandaar met een ouderwetse taxi naar het hotel. En het vooroordeel is waar: ik heb alleen maar Pakistaanse taxichauffeurs gezien! Natuurlijk nog even een fotootje genomen, waarbij ik niet eerder weg mocht van de zeer vriendelijke chauffeur, dan nadat ik achter zijn stuur moest hebben gezeten zodat hij een foto van mij kon maken. Inchecken in het hotel en op weg naar het stadion. In het hotel de kaart van de stad bekeken om zo mijn weg een beetje te kunnen vinden. Maar in het eggie is het natuurlijk niet hetzelfde, zodat ik na een uurtje flink doorstappen (verdwaald? natuurlijk niet…) uiteindelijk toch bij het treinstation aankwam. Uiteraard werkt het systeem daar net iets anders dan in Nederland, zodat ik uiteindelijk maar drie jongens heb aangesproken met een Aston Villa shirt aan. In mijn Ajax-tenue hoef je dat in bijvoorbeeld Rotterdam niet te doen, maar daar was het geen enkel probleem. Behulpzaam legden zij mij uit wat ik moest doen, en toen bleek dat ik geen kleingeld had voor de automaat, kreeg ik zelf het kaartje van hen! Zij gingen daarna eerst nog wat eten, zodat ikzelf maar op zoek ging naar het goede perron. Toen ik op één van de perrons een mevrouw wilde aanspreken in een uniform, kreeg een groepje Villa-fans mij in het oog. Lachend en zingend kwamen ze naar me toe, en met twee van hun kwam ik in gesprek. Twee broers, waarvan de oudste al vanaf de jaren ’90 zijn club “all over Europe” volgde. Ook nu werd ik volop geholpen en vertelde hij me dat ik hem gewoon moest volgen, dan kwam het goed. In een overvolle trein met Villa supporters, die bleven zingen, kwamen we bij onze eindbestemming. Toen in een lang lint naar het stadion, waar hij me ook nog eens de historie van de “premisses of the Villa” uitlegde, en hoe de Amerikaanse eigenaar ettelijke miljoenen in de gebouwen had gestoken om alles er weer zo authentiek mogelijk uit te laten zien. Natuurlijk ontkwam ik er niet aan om zijn afkeer van de “Blues” te horen, de gehate rivaal uit dezelfde stad: Birmingham City. Hij heeft zelfs niet één keer de naam genoemd…

foto 3

Foto 3: Tussen de A.V.F.C. Hooligans naar het stadion.

We namen afscheid bij de “Holte End”, zeg maar de F-side van Villa, waar hij zijn plaats had. Ik had dus gesproken en gelopen tussen de grootste fans van de tegenstander, in mijn Ajax-tenue… probeer dat maar eens in Nederland. Na mijn kaartje te hebben opgehaald aan de kassa kon ook ik een plaatsje gaan zoeken in het bezoekersvak aan de “pitch”. Toen de zoveelste verwondering: geen enkel hek of gracht te bekennen! Ik wist dat de thuisfans het zonder hekken konden zien, maar had verwacht dat de tegenstanders wel degelijk achter zo’n afscheiding zouden worden geplaatst. Maar niks van dat al, “the ground” kon bij wijze van spreken worden aangeraakt! Wel stonden er behoorlijk wat stewards en agenten als klein cordonnetje, maar de afscheiding tussen de thuis- en uitfans bestond uit het door middel van drie met een zeil afgedekte rijen stoelen! Wederom veel gezang, nu ook van de Nederlandse fans, en de ambiance was in één woord: kippenvel. Het wachten was nog slechts op de wedstrijd.

foto 4

Foto 4: Zingen, zingen en nog eens zingen.

Aston Villa versus Ajax. Het ouderwetse Engelse hit-and-run tegen het Nederlandse combinatievoetbal. Kort en bondig: drie doelpunten uit drie fouten, waarbij Villa de gelukkigste was. Zonder echt veel kansen te krijgen wist Ajax de overhand te krijgen, maar heeft Villa nooit echt het idee gehad dat ze zouden gaan verliezen. Een gelijkspel had wellicht de verhoudingen beter weergegeven, maar dat telt uiteraard niet als je de doelpunten niet maakt.

foto 5

Foto 5: Geen hekwerk te zien.

Na de wedstrijd moesten de bezoekers nog twintig minuten in het vak blijven, zodat de fanshop inmiddels dicht bleek te zijn. Omdat ik had moeten wachten miste ik natuurlijk ook de laatste trein naar de stad, dus toen maar met de bus, die na een uur wachten eindelijk bij zijn halte stopte. Gelukkig had ik aan voorbijgangers gevraagd waar ik moest zijn, want elke route heeft in Engeland (in ieder geval in Birmingham wel) zijn eigen stopplaats. Dat ondervonden ook zo’n achttal Ajax-supporters die ongeveer honderd meter verder bij een bushalte stonden te wachten en zo de laatste bus voorbij zagen rijden…
Natuurlijk was bij de overstapplaats in het centrum van Birmingham de laatste bus richting Wolverhampton, die ík moest hebben, ook vertrokken, zodat er niets anders opzat dan met m’n laatste ponden een taxi naar mijn hotel te nemen. Daar aangekomen nog even de strategie voor de volgende dag doornemen, want zonder fatsoenlijk souvenir thuis komen, nee dat kon natuurlijk niet.

foto 6

Foto 6: Je kon de spelers bijna aanraken.

Na omstreeks 08.30 uur te zijn gewekt door de servicemedewerker van het hotel, een uitgebreid “English breakfast” naar binnen gestouwd. Voor wie niet weet wat dat inhoudt: gebakken ei, bacon, spek, bruine bonen, worstjes en een soort van gebakken aardappelen… Als toetje wat yoghurt en je kan er weer een poosje tegen. Ik moet zeggen: best lekker, maar wel zwaar op de maag. Toen terug naar de kamer, inpakken, uitchecken en op stap richting, wederom, het centrum van Birmingham. Onderweg daar naar toe nog wat kiekjes geschoten en toen de juiste bus richting “the Villa ground” weer gevraagd. En wederom die behulpzaamheid van alle kanten. In de bus moet je gepast betalen door het geld in een bus te gooien, dat dan je kaartje uitspuugt. Omdat ik, na net te hebben gepind, alleen maar groot geld had en de buschauffeur geen wisselgeld had, zei de laatste dat ik dan maar even moest wisselen bij de mensen in de bus. Nog voor ik goed en wel was uitgesproken zat 95% van de mensen al in zijn portemonnee te kijken of ze “five quit” (vijf pond) konden wisselen. Kom daar in Nederland maar eens mee aan.

foto 7

Foto 7: Het stadion bij daglicht. The day after…

Nadat ook die hindernis was genomen en ik plaats had genomen (de buschauffeur had gezegd me te waarschuwen als we bij de juiste halte aankwamen), kwam er bij de volgende halte een oude mevrouw naast me zitten. Voor we goed en wel wegreden, waren we in gesprek en bleek ik naast een 94-jarige Villa-fan te zitten, die honderduit vertelde. Natuurlijk moest ik goed luisteren vanwege het accent, maar dat ik de juiste antwoorden en vragen stelde, bleek uit het feit dat zij bleef praten. Drie haltes voor we bij de goede kwamen, was ze al aan het wijzen waar ik er uit moest, en ook hoe ik daarna moest lopen. Ook de buschauffeur waarschuwde me natuurlijk nog even, zodat mijn halte niet te missen was. Het afscheid was daar en ik kon op weg, voor de tweede keer, naar het Aston Villa stadion.

foto 8

Foto 8: De officiële mascotte van de A.V.F.C.

Gelukkig was de fanshop open, zodat ik daar nog een “pennant” (vaantje) en de mascotte van de club kon aanschaffen. Ook hier weer wat foto’s gemaakt en gevraagd wat de beste weg naar het vliegveld was. Na een uitgebreide uitleg dat ik het best de trein vanuit het centrum kon pakken, met de bus terug. M’n kaartje, gekocht voor anderhalve pond, was tenslotte de gehele dag geldig. In het centrum aangekomen stond er nog slechts één ding op het programma: “fish and chips”. Een motoragent aangesproken, die me de weg uitlegde naar een typisch “fish and chips” restaurant: Garfield. Ik moet zeggen: het viel een beetje tegen. Dikke friet met een homp met paneermeel omgeven vis, met daarbij wat waterige mayonaise. Nou ja mayonaise: eerder hele dunne frietsaus.

foto 9

Foto 9: Engeland bezoeken zonder “fish and chips” kan natuurlijk niet.

Een ervaring rijker op weg naar het treinstation, alwaar m’n laatste beproeving zat te wachten: de kaartverkoper. Die goede man had, naar hij later zelf zei, een “Welsh accent”. Volgens hem het oudste accent van de wereld. Kon best zijn, maar als het dan drie pond moet zijn en ik versta 40 pond terwijl ik volgens mij best redelijk Engels kan, is het lastig communiceren. Maar na een kort praatje, waarbij ik volgens mij door de drie kaartverkopers onderling werd uitgelachen, kwam ook dat weer op z’n pootjes terecht en kon mijn laatste binnenlandse reis een aanvang nemen. Het wordt eentonig, maar ook in de trein niets anders dan vriendelijke mensen die me aan alle kanten wensten te helpen. Op het treinstation via de shuttle naar het vliegveld, alwaar rond 16.00 uur plaatselijke tijd de Engelse grond onder mijn voeten verdween.

Al met al een geweldige ervaring, en zéker voor herhaling vatbaar. Een aanrader voor de echte voetballiefhebber!

d’n Vjírtienuh